Nog even over de zomer


Ergens halverwege augustus begon ik zachtjes aan al met verkondigen dat ik stiekem wel weer zin had in de herfst. De intense zomer van 2018 heeft me er weer aan herinnerd dat ik niet gemaakt ben voor hitte. Dan wordt mijn hoofd heel rood en loop ik onrustig rondjes omdat ik simpelweg niet weet wat ik moet met al die lichaamswarmte. Koud, daarentegen, heb ik het niet zo snel. Wanneer dat wel het geval is trek ik een extra trui aan of kruip ik m'n bed in en dan ben ik al snel weer een tevreden mens. De drang om zoveel mogelijk buiten te zijn wanneer de zon schijnt maakt me vaak onrustig. Alsof je opeens van alles moet, ook al is het een lome vakantiedag middenin juli. Ik beken dus dat ik die persoon ben die uitkijkt naar de herfst. Okergeel is m'n lievelingskleur, regen tegen de ramen is m'n lievelingsgeluid en een boswandelingen maak ik alleen wanneer de bomen geel en oranje zijn.

Don't get me wrong, ik heb een hele fijne zomer gehad. Ik kreeg eindelijk de kans om Berlijn te bezoeken, ging heel ver buiten m'n comfort zone in het zuiden van Spanje, lag met m'n ouders een week aan het zwembad in ItaliĆ« en sloot af met een week aan het strand van Mimizan met dispuutsgenoten. De zomer leek eindeloos, de zonnestralen konden niet op, weken achter elkaar werd ik wakker met een vrij in te vullen programma voor me, een hele luxe positie. Toen mijn laatste reisje erop zat en ik terug keerde naar m'n kamertje in Rotterdam werd ik overvallen door een gevoel van heimwee. De dagen in ItaliĆ« waren zo fijn en ongedwongen geweest, de golven in Mimizan waren nog lang niet gaan vervelen, ik had nog veel meer willen leren in Salou en de quality time die ik met Lars in Berlijn had was heerlijk. Allemaal fijne herinneringen die ik vastlegde met een analoog cameraatje en waar ik af en toe wat woorden over opschreef voor in m'n persoonlijke archief. Ik moet altijd wennen wanneer vakantieplannen veranderen in herinneringen en ze in het verleden in plaats van de toekomst liggen.

Inmiddels is het bijna winter.

Toen ik vanochtend de deur achter me dicht trok voelde ik meteen dat het niet meer zo koud was als drie dagen geleden. De temperatuur lag niet meer rond het vriespunt en door een paar verloren regendruppels heen zag ik zelfs een zonnetje. Ik trok m'n fiets tussen een paar andere geparkeerde fietsen vandaan en begon aan m'n fietstocht naar de universiteit. Een tocht die me altijd net iets te lang is. Halverwege voelde ik al hoe de huid onder m'n rugzak gloeiend heet werd en zoals altijd lukte het me niet om op een rustig tempo te fietsen. Daar heb ik geen geduld voor. Onderweg constateer ik dat de bomen officieel niet meer geel maar kaal zijn en ik merk ook dat ik dat niet erg vind. Ik had zoals altijd hoge verwachtingen van de herfst en hoewel de herfsttaferelen van de natuur niet teleurstelden was het niet de beste tijd. Iets te vaak werd ik geconfronteerd met verlies en verdriet. De herinneringen aan oktober en november zijn niet allemaal even mooi en gezellig maar wel een goede afspiegeling van hoe het leven ook kan zijn. Ik ben blij dat ik me nu in rustiger vaarwater bevind. Saaier vaarwater, dat wel. Maar een beetje ritme en een beetje van hetzelfde lijkt me voor nu goed te doen. Net zoals die saaie fietstocht die elke dag hetzelfde en elke dag te lang is. Hetzelfde maar wel heel goed voor me.

Reacties

Populaire posts