Escapisme


Ik zit bij Heilige Boontjes. Ergens achterin. Het is al een tijdje geleden dat ik hier ben geweest. Ik heb een fijn gesprek met een vriendin die ik al een tijdje niet heb gesproken. Zij is chatty, ik word daar vrolijk van. Het is het soort gesprek dat een naadloos vervolg lijkt op gesprekken die ik eerder die week had. Alsof het een themaweek is en ik met iedereen die ik spreek hetzelfde thema behandel. Dat thema is dit keer God’s leiding. Ik hoef het gesprek niet daarheen te leiden, het gebeurt gewoon. Zij heeft ook inzichten en ideeën, bijzonder goede eigenlijk. Het gesprek vult aan waar gisteravond gaten vielen. Het gevoel pen en papier nodig te hebben voor aantekeningen bekruipt me; dat is altijd goed.

Vanaf mijn stoel kan ik de voordeur van het café zien. Ik zie gasten binnen komen en koffie bestellen bij de counter. Opeens zie ik ons binnenlopen. Ons, ik, mijn medesenatoren. We dragen on pak, hebben waarschijnlijk iets formeels te doen vandaag. Maar we zijn nog moe van de avonturen van afgelopen nacht. Onze lichamen schreeuwen om koffie en sinds we zijn gestart met regelmatig koffie halen aan de overkant is het moeilijk om te stoppen. Ik bestel dezelfde hoeveelheid cappuccino’s als altijd. We hebben niet eens meer door dat we in driedelig pak lopen totdat de jongen die ons helpt een grapje maakt. Er volgt een aangenaam gesprek want gesprekjes bij Heilige Boontjes zijn altijd aangenaam, daarom kom ik hier zo graag. We wachten op de koffie. Kijken elkaar aan en vragen ons af waar we in ons gesprek gebleven waren. Onze gesprekken stoppen nooit in dit jaar. We zien elkaar continu en als we niet in de buurt zijn dan worden er uren aan spraakememo’s geproduceerd. We kletsen verder. Zijn even stil. Een grote gaap. Bij vlagen zijn we zo moe maar altijd zó tevreden.

Ik zet mijn koffie kopje neer. Ik sta niet aan de counter koffie te bestellen. Ik zit hier koffie te drinken met een andere vriendin. Soms kan ik even zo terug verlangen naar de tijd van senaatspakken, socïeteitsbier en In De Schuur. Wanneer het universiteitswerk opstapelt wil ik me weer bezig houden met vriendschappen, relaties, samen geloven. Ik wil geen academische definities van beeldvorming opstellen. Ik wil niet duizenden woorden typen en uren besteden aan een literatuurlijst. Maar ik wil ook niet alleen maar nostalgisch terug denken aan die goede oude tijd en dat doe ik ook niet. Eigenlijk verlies ik me maar zelden in zo’n herinnering. Wanneer het studeerwerk zich opstapelt en mijn onbezorgde studentenjaren gevoelsmatig door mijn vingers glippen, is terugblikken even heel erg fijn. Een klein beetje escapisme om me vervolgens weer dapper en met frisse moed over mijn literatuurlijst te buigen. 

Reacties

Populaire posts