Uittreerede


Uittreerede die ik schreef ter afsluiting van mijn bestuursjaar.  Met tranen in mijn ogen zwaaiden we af. Aan al het goede komt een eind en dat is oké. 

De afgelopen weken voelden als dansen op de vulkaan: plezier maken in afwachting van het onvermijdelijke. Het onvermijdelijke was het naderende einde van ons senaatsjaar. Het plezier maken bestond uit de Eurekaweek, het startweekend, een bezoek aan de KMT, dinertjes en biertjes en ontelbaar vaak om me heen kijken en dankbaar zijn.

Want wat was het goed, wat is het mooi geweest. Hoewel ik wist dat het einde naderde had ik vaak geen ruimte voor melancholie omdat de dankbaarheid de overhand had. Het guitige koppie van meneer de praeses, de eerlijkheid van meneer de herus, het handje van mevrouw de abactis, de knuffels van mevrouw de internus en de lunchsuggesties van meneer de Quaestor, ze zorgden ervoor dat ik bijna anderhalf jaar heb gezwommen in een warm bad. Pas vanochtend, toen ik me voor de laatste keer klaar maakte voor een werkdag op de sociëteit kwam de melancholie. De laatste keer samenwerken met deze mensen, de laatste dag met de senaatszaal als woonkamer, de laatste keer lunchen van net-niet schoon servies. We staan op het randje van de vulkaan, gevaarlijk dicht bij de krater.

Op dat randje hebben we dus staan dansen. Letterlijk en figuurlijk. Letterlijk op het Eurekaweekterras en het beruchte gala. Figuurlijk in het doen van een hele hoop leuke dingen. Jullie verwelkomen op het Eendrachtsplein tijdens de Eurekaweek en het startweekend bijvoorbeeld. Of de senaatsvakantiedagen van plezier waarbij we onze ouders bezochten en meneer de praeses zich oncomfortabel voelde op een SUP-plank. Of het zien schitteren van een nieuwe soccie in vieze hessen. Of het verven van de sociëteit in een magisch mooie donkerrode kleur. U begrijpt, teveel om op te noemen. Ik heb me de afgelopen maanden bevoorrecht gevoeld dat ik al deze dingen mocht doen en meemaken. Het uitzicht vanaf de vulkaan was fantastisch.

Maar van dansen word je moe. We zijn de krater rond en het is goed geweest. Mijn gevoel is duaal: Ik zie er tegenop om straks uitgehamerd te worden en tegelijkertijd kijk ik er naar uit om aan een nieuw collegejaar te beginnen. Ik ga terug naar de universiteit en daar heb ik zin in. De laatste maanden waren fantastisch maar ik ben ook uitgeput. Ik moet weer wat vaker op tijd naar bed en de sportschool belde om te vragen waar ik bleef. Ik ben blij dat er weer een een nieuwe groep klaar staat, vol energie om onze vereniging te leiden. Ik kijk er naar uit om hen aan het werk te zien.

Er is deze weken al heel veel gezegd maar ik wil nog één keer de mensen naast mij bedanken. Zonder jullie was dit maar een treurig coronajaar geweest, in plaats daarvan heb ik een van de mooiste jaren van mijn leven beleefd. 

Reacties

Populaire posts