POST UIT ROME


Er zijn inmiddels alweer twee weken voorbij sinds ik in Rome ben geland. Twee weken sinds Nienke en ik met een taxi onze nieuwe straat in reden en mijn mond open viel. De hele rit vroeg ik me af waar de taxi zou stoppen, wat onze nieuwe voordeur zou zijn. Al maanden was ik aan het bidden dat het een plekje mocht zijn waar ik me thuis zou gaan voelen. Net nadat we tegen elkaar zeggen dat we door een prachtige buurt rijden, houdt de taxi halt. De straat waar we in staan is mooi en rustig, chique bijna. Onze supervriendelijke huisbaas laat ons het knusse appartement zien. Wanneer ze weg is moet ik mezelf even knijpen. Dit plekje is de komende maanden van ons. Het voelt meteen goed. Alsof puzzelstukjes hun plek vinden. Veel eerder dan ik had verwacht of durven hopen.

Er zijn momenten dat het tot me doordringt dat we hier niet op vakantie zijn maar voor een lange tijd. Dan verlang ik opeens naar Rotterdam, naar fietsen over de Oostzeedijk, naar een kus op m'n voorhoofd en naar witte wijn aan de keukentafel van m'n ouders. Er zijn momenten dat mijn sociale batterij opraakt en ik verlang naar een face to face gesprek met een goede vriend die alle achtergrond informatie over mij paraat heeft. Iemand die weet hoe mijn ouders heten, weet waar ik werk en dat ik niet van vis houd.

Maar het meest zijn er moment waarop ik mezelf door elkaar moet schudden omdat de stad zo mooi is, het ritme hier zo fijn en omdat we inmiddels zelfs een klein sociaal netwerk hebben opgebouwd. Ik geniet zoveel meer dan ik had durven hopen. Kilometers in het diepe springen voelt als dagenlang zweven.

Elke ochtend, wanneer ik als eerste uit bed kruip om een pot koffie te zetten, dank ik God terwijl ik de koffie hoor pruttelen en de slaap uit mijn ogen wrijf. Wanneer ik terug in bed kruip met een dampende mok koffie lijken de lakens nog zachter dan ze al waren en lijken de mogelijkheden van de dag die voor me ligt eindeloos.

Reacties

Populaire posts